Tijdens zijn hoogtijdagen was de Britse auto-industrie een kleurrijke plek met veel verschillende autobedrijven, ontwerpen en benaderingen. Helaas zijn veel ooit beroemde en gerespecteerde merken verdwenen en lang vergeten, en onder de overgebleven grootheden heeft de firma Jaguar een welverdiende legendarische status. Dit label werd verdiend door het bedrijf van Sir William Lyons met voertuigen die in hun tijd het summum van prestaties, technologie en stijl vertegenwoordigden. Een van de weinige tijdloze modellen die dit merk beroemd maakte en hielp zijn huidige status te bereiken, is de prachtige XK120.
Net voor de Tweede Wereldoorlog had Jaguar al naam gemaakt als groeiende onderneming van luxe sedans en sportmodellen, die al een paar bekende modellen had. In tegenstelling tot de concurrentie, die extreem dure en specifieke auto’s produceerde, waren de producten van Jaguar altijd bereikbaar en bruikbaar zonder afbreuk te doen aan luxe, individualiteit en snelheid. De oorlog stopte de vooruitgang en met het einde ervan besloot Sir Lyons verder te gaan waar hij in 1940 was gebleven. Hoewel Jaguar tijdens de oorlog zware bommenwerpers produceerde, keerde het snel terug naar de productie van voertuigen, en reeds in 1946 bereikten de eerste exemplaren van nieuwe auto’s, maar dan van vooroorlogse modellen, de klanten. Het plan was een geheel nieuwe sedan te creëren om actief aan de markt deel te nemen. Maar aangezien de ontwikkeling verscheidene jaren in beslag nam, zou een model de aandacht van de klanten vasthouden en de fabriek financieel ondersteunen. In die naam werd besloten een roadster prototype te tonen op de Birmingham Motor Show in 1948 om in ieder geval het publiek op te hitsen.
De respons van bezoekers en het gespecialiseerde publiek was ongelooflijk, en Jaguar officials ontvingen tijdens de show aanzienlijke orders. Ze wisten echter niet of de auto’s wel geproduceerd zouden worden. Omdat ze wisten dat ze een potentiële bestseller hadden, besloten Sir Lyons en het team onmiddellijk met de productie te beginnen. Aanvankelijk waren de voertuigen gepland met aluminium carrosserieën en veel dure details. Toen ze beseften hoeveel bestellingen ze kregen, besloot Jaguar de carrosserieën van staal te maken, om de productie sneller en goedkoper te maken. De eerste 259 exemplaren hadden echter een zeldzame aluminium carrosserie.
Het nieuwe model heet XK120, en de letter X (experimenteel) geeft de aard van de motor aan, terwijl het getal de topsnelheid in mijlen symboliseert (120 mph). De cilinderinhoud was 3,4 liter, en deze unit had dubbele nokkenassen, wat zeer geavanceerd was. Hij gebruikte twee SU-carburateurs en ontwikkelde in die tijd een zeer respectabele 160 pk. Deze motor is van groot belang omdat hij in min of meer gewijzigde vorm de komende 40 jaar de ruggengraat van Jaguars motorisering zal vormen.
Als basis werd het ingekorte chassis van het geplande Mk VII-model genomen, dat werd bedekt met een carrosserie met een van de mooiste vormen in de autowereld. Toen de verkoop begon, werden drie varianten gepresenteerd: roadster OTC (open tweezitter), een sportievere versie met twee kleine voorruiten en zonder dak; DHC (drop head coupe), een klassieke cabriolet, en FHC (fixed head coupe), een gesloten versie.
De markt reageerde zeer goed op het nieuwe Jaguar-model, dat onmiddellijk tot de beste naoorlogse sportwagens werd gerekend. Hoewel het comfort en de ergonomie op de eerste modellen enigszins waren verwaarloosd, protesteerden de klanten niet, en zowel in Europa als in Amerika liepen de verkopen hoog op. Gezien het sportieve karakter van de XK 120 begon het bewijzen op het circuit vrijwel onmiddellijk. In het begin was hij uitsluitend in handen van privéteams en particulieren en won hij de beroemde Mille Miglia-race in 1950. Hoe dan ook, de populariteit en de verkoop groeien voortdurend, en de productie van dit model bereikte 12061 exemplaren tot 1954, toen de volgende evolutie, XK140 genaamd, werd gepresenteerd.
Het is een logische voortzetting van de ontwikkeling die veranderingen bracht in de constructie, zoals een andere stuurinrichting en ophanging. Van buiten zijn talrijke chromen details en een andere voorruit zichtbaar, wat de gemakkelijkste manier is om alle generaties te herkennen en van elkaar te scheiden. De motorisering bleef hetzelfde, de XK-motor, maar hij was krachtiger en ontwikkelde 190 pk bij 5500 tpm. De maximumsnelheid nam toe tot 140 mph en vandaar de naam. De verkoop bleef gezond, en gedurende de drie jaar op de markt werden 8.943 eenheden geproduceerd.
Niettemin zette Jaguar de ontwikkeling voort en presenteerde in 1957 de derde en laatste versie van dit model, de XK150 genaamd. De reden hiervoor is dat de XK-modellen langzaam verouderden en zowel op de markt als op het circuit posities verloren. Volgens velen is dit model de mooiste evolutie van dit geslacht, maar het staat nog steeds het verst af van het oorspronkelijke idee van de bouwer. De carrosserie is licht gewijzigd en moderner afgerond, en de voorruit is gebogen en uit één stuk gemaakt, wat toen heel modern was.
Onder de gestroomlijnde carrosserie vonden klanten onafhankelijke ophanging, schijfremmen, stuurbekrachtiging en een nieuwe, sterkere en grotere motor. Het was een 3,8-liter unit met 220 pk tot 265 pk (XK150 S versie), die een afgeleide was van de reeds bestaande 3,4-liter motor. De topsnelheid werd verhoogd tot 150 mph, waardoor de modelbenaming veranderde. Deze generatie werd echter een volbloed Grand Turismo-auto die meer geschikt was voor rijke snobs dan voor amateurracers. De Jaguar XK150 was echter nog steeds een geweldige auto en had niets van zijn oorspronkelijke aantrekkingskracht verloren. Maar ondanks zijn populariteit was het einde in zicht, en in 1960 stopte Jaguar de productie. Gedurende 12 jaar op de markt verkochten de Jaguar XK120, XK140 en XK150 met succes meer dan 30.000 auto’s (alle versies), ongeëvenaard door concurrenten.
